SV | Geen moede, en geen struikelende zal onder hen wezen; niemand zal sluimeren noch slapen, noch de gordel zijner lendenen ontbonden worden, noch de schoenriem zijner schoenen afgescheurd worden. |
WLC | אֵין־עָיֵ֤ף וְאֵין־כֹּושֵׁל֙ בֹּ֔ו לֹ֥א יָנ֖וּם וְלֹ֣א יִישָׁ֑ן וְלֹ֤א נִפְתַּח֙ אֵזֹ֣ור חֲלָצָ֔יו וְלֹ֥א נִתַּ֖ק שְׂרֹ֥וךְ נְעָלָֽיו׃ |
Trans. | ’ên-‘āyēf wə’ên-kwōšēl bwō lō’ yānûm wəlō’ yîšān wəlō’ nifətaḥ ’ēzwōr ḥălāṣāyw wəlō’ nitaq śərwōḵə nə‘ālāyw: |
Geen moede, en geen struikelende zal onder hen wezen; niemand zal sluimeren noch slapen, noch de gordel zijner lendenen ontbonden worden, noch de schoenriem zijner schoenen afgescheurd worden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Geen moede, en geen struikelende zal onder hen wezen; niemand zal sluimeren noch slapen, noch de gordel zijner lendenen ontbonden worden, noch de schoenriem zijner schoenen afgescheurd worden.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!